Aanbeveling 14: Opvolging basisparameters baby

Bij de opvolging van de baby na ontslag uit het ziekenhuis houdt de vroedvrouw rekening met volgende minimale basisparameters (AAP & ACOG, 2012; NICE, 2006, updated 2014):

  • Ademhaling (30 - 60/min)
  • Hartslag (100 - 160 sl/min)
  • Temperatuur (36,5 - 37,4°C) in open bedje met aangepaste kledij
  • Mictie en ontlasting (< 24 u spontaan geplast, < 48 u meconium geloosd)
  • Normale kleur (volgens etniciteit)

Stabiele parameters zijn een voorwaarde voor ontslag en zijn een voorwaarde voor verdere opvolging thuis. Volgens het National Institute for Health and Clinical Excellence (NICE) hebben gezonde baby’s een normale kleur (volgens hun etniciteit), kunnen ze hun eigen temperatuur stabiel houden, en hebben ze op regelmatige basis ontlasting en mictie. Gezonde baby’s zijn niet overmatig prikkelbaar, gespannen, slaperig of passief (NICE, 2006, updated 2014).

Na de geboorte worden pasgeborenen geconfronteerd met een aantal fysiologische aanpassingen. Veranderingen in de cardiopulmonaire circulatie vinden plaats tijdens de eerste 12 (tot 24 uur) na de geboorte (Benitz, 2015; Straczek, et al., 2008). Het is belangrijk alert te zijn op cardiologische problematiek wanneer een pasgeborene het ziekenhuis verlaat < 72 uur na de geboorte. In dit opzicht adviseren we dat baby’s niet alleen na de geboorte een pediatrisch consult krijgen, maar ook een 2de consult tenminste 72 uur na de geboorte. Dit consult kan plaatsvinden na 72 uur en voor ontslag uit het ziekenhuis of 7 tot 10 dagen na de geboorte zoals het KCE dit vooropstelt.

Afwijkingen in de basisparameters en kleur van de pasgeborene kunnen aanwijzingen zijn van onderliggende pathologie. Een onregelmatig ademhalingspatroon kan als normaal worden beschouwd tijdens de eerste levensweek (Friedman & Spitzer, 2004).

Ook op gastro-intestinaal gebied maakt de pasgeborene aanpassingen door. Het is belangrijk dat de eerste urinelozing gebeurt binnen de eerste 24u na de geboorte om pathologie op te sporen (Friedman & Spitzer, 2004). Meconiumlozing vindt bij de meeste pasgeborenen plaats binnen de 48u na de geboorte. Indien hierin een vertraging wordt vastgesteld, is verder onderzoek/ doorverwijzing aangewezen.
Een onvolledige profylaxe bij GBS-positieve moeders vraagt extra aandacht en observatie van de pasgeborene. De VVK adviseert om in het geval van een onvolledige GBS-profylaxe, de pasgeborene gedurende minimum 48 uur na de geboorte te observeren in het ziekenhuis en een beperkte evaluatie uit te voeren (CRP-waarden en hemogram) (Mahieu, et al., 2014). Na ontslag is verdere observatie aangewezen. Volgende klinische tekenen kunnen wijzen op sepsis (Hoge Gezondheidsraad, 2003):

Klinische tekens van sepsis:

Pasgeborenen met een combinatie van tekenen waaronder:

  • Ademhalingsproblemen (apneu, kreunen, tachypnoe, cyanose),
  • Cardiovasculaire problemen (onvoldoende capillaire vulling, hypertensie, shock),
  • Aantastingen van het centraal zenuwstelsel (lethargie, hypothermie, koorts, epilepsieaanvallen, apneuaanvallen, prikkelbaarheid, gezwollen fontanel)
  • Gastro-intestinale aandoeningen (slechte voeding, abdominale zwelling).

Moeders en vaders (en andere verzorgers zoals kraamverzorgenden) van pasgeborenen kunnen een goede partner zijn in het signaleren van afwijkende tekens en symptomen die kunnen wijzen op onderliggende pathologie. Correct en gepast informeren is in dit opzicht aangeraden.

 

Inspiratie