Aanbeveling 25: Opvolging huishouden & gezin - Huishoudelijke taken

De transitie naar het ouderschap vraagt heel wat praktische aanpassingen. Pas bevallen moeders geven aan dat de eerste weken en maanden na de geboorte van een kind erg vermoeiend en chaotisch verlopen (KCE, 2014). Het is een periode waarin het gezin wordt geconfronteerd met heel wat uitdagingen. Ouders moeten zelfvertrouwen krijgen in hun nieuwe rol, en moeten zich organiseren om nieuwe balans te vinden. De komst van een baby gaat gepaard met een groot engagement en verantwoordelijkheidsgevoel. Het kind wordt opgenomen in het gezin en krijgt zijn plaats binnen de gezinsstructuur. Een goede integratie van het kind in het gezin draagt bij tot de ontwikkeling en de veiligheid van het kind. (Helsloot & Walraevens, 2015)

Psychische problemen van de moeder of de vader kunnen een invloed hebben op het gezins- en/of relationele functioneren. Daarnaast is de context waarin een kind opgroeit, een belangrijke factor in het ontstaan van allerhande problemen. Zo kunnen huwelijksconflicten, partnergeweld, adoptie, kansarmoede, en lage socio-economische klasse een invloed hebben op de ontwikkeling van het kind. (Kind & Gezin, 14 juli 2010)

De vroedvrouw heeft in dit opzicht een signalerende functie. Van de vroedvrouw wordt dan ook verwacht dat zij/ hij aandacht heeft voor de sociale omgeving waarin een baby terecht komt. Daarnaast kan zij/ hij vanuit haar/ zijn rol als vroedvrouw een vertrouwenspositie innemen binnen een multidisciplinair team van zorgverleners. In het kader van de preventieve gezinsondersteuning heeft Kind en Gezin de huizen van het kind opgericht als multidisciplinaire infrastructuur ter ondersteuning van (aanstaande) ouders. De huizen van het kind fungeren als ankerpunt binnen het aanbod rond preventieve gezinsondersteuning. Een goede opvolging van het kraamgezin vraagt een multidisciplinair samenwerken en dit dient voorbereid te worden tijdens de prenatale periode. Zo kan prenataal reeds de nodige ondersteuning worden voorzien opdat moeder en kind postnataal worden omringd met de zorg die ze nodig hebben.

 

AANBEVELING 25
De vroedvrouw bevordert een goed verloop van de huishoudelijke taken en de opvang van andere huisgenoten binnen het gezin
(Christie & Bunting, 2011; de Vos & Graafmans, 2007; Zadoroznyj, 2009).
Zij/ hij brengt hiervoor (bij voorkeur reeds prenataal) de beschikbare mantelzorg in kaart en ziet erop toe dat kraamzorg wordt georganiseerd indien dit nodig blijkt. Vooral moeders met weinig sociale steun en kwetsbare gezinnen blijken baat te hebben bij kraamzorg, zoals socio-economisch benadeelde moeders, alleenstaande moeders, primipara, moeders van huilbaby’s, …